Sinds 2019 staat bij de Bouwhofmolen een hek op het openbare wandelpad. © WilMar Press Gemeentelijk monument blijft voorlopig achter tralies ‘Vrienden van de Hamermolen geen belanghebbende bij Bouwhofmolen’ Het bestuur van de Stichting Vrienden van de Hamermolen kreeg het bij de onafhankelijke bezwarencommissie zwaar te verduren. Voorzitter Herman Geurts en secretaris Theo Muselaers deden hun uiterste best om aan te tonen dat de Stichting nauw betrokken is bij alle Ugchelse watermolens, maar voor de gemeente is die inzet niet voldoende en dat blijkt ook niet uit de statuten. Gepubliceerd: 1 Oktober 2024 De Stichting had begin dit jaar het gemeentebestuur gevraagd handhavend op te treden bij de Bouwhofmolen. Op basis van de erfverordening kan de gemeente onderhoud eisen van het waterrad en de molengoot. Ook het hek, dat is geplaatst op een openbaar wandelpad, had daar nooit geplaatst mogen worden. Het plaatst het gemeentelijk erfgoed achter tralies. Het gemeentelijk monument is hierdoor niet meer goed zichtbaar. Buiten behandeling De gemeentelijke juristen waren er na ontvangst van het handhavingsverzoek snel uit. Op basis van de statuten concludeerden ze dat de Stichting geen belanghebbende was. Het handhavingsverzoek werd buiten behandeling gelaten. Tegen dat besluit maakte de Stichting bezwaar. Dus zaten de twee bestuursleden op de eerste oktoberdag tegenover de onafhankelijke bezwarencommissie. Die commissie moet het college adviseren hoe op het bezwaar te reageren. En de voorzitter viel meteen met de deur in huis. “Welk belang heeft uw stichting eigenlijk bij de Bouwhofmolen,” vroeg hij zich af. ”In de statuten staat als doel de instandhouding van het waterhoofd en het waterrad van de Hamermolen.” “Maar,” betoogde Theo Muselaers, “de stichting heeft altijd veel werk gemaakt van voorlichting aan onder andere de leerlingen van groep 7 van de Ugchelse basisscholen. Voorlichting over watermolens verbonden aan papierfabrieken en wasserijen staat ook in de Statuten.” Niet voldoende Zowel in het verweerschrift, dat namens het college van burgemeester en wethouders was opgesteld, als ter zitting beperkte de gemeentelijk juriste zich tot de simpele conclusie dat nergens voldoende is aangetoond dat de Stichting een belang heeft of had bij de Bouwhofmolen. Alleen als dat belang kan worden aangetoond kan de gemeente tot een verdere beoordeling van het handhavingsverzoek komen. De Stichting had de het college er ook op gewezen dat er een plicht tot handhaving bestaat. In diverse wetten is de instandhoudingsplicht van cultureel erfgoed geregeld. Als niet goed wordt onderhouden, en bij onder andere de molengoot en het waterrad van de Bouwhofmolen is dat het geval, behoort een gemeente te handhaven. In het verweerschrift staat: “Het college is zich bewust van de beginselplicht tot handhaving, maar de rechtsvraag in deze procedure ziet op het feit of de Stichting belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Buiten dat is niet vastgesteld of sprake is van een overtreding van enig wettelijk voorschrift. De beginselplicht tot handhaving is alleen van toepassing wanneer er sprake is van een overtreding van enig wettelijk voorschrift. Aan een dergelijke beoordeling komt het college, zoals hierboven overwogen onder ontvankelijkheid, niet toe[…]” Noodzakelijk De bestuursleden hadden evenwel uitvoerig uitgelegd waarom handhaving noodzakelijk is, maar dat is niet door de gemeente gelezen. Kortom, het gemeentelijk handelen, zo blijkt, is er alleen op gericht om aan te tonen dat de Stichting geen belanghebbende is en is niet gericht op het waarderen van instellingen waar vrijwilligers zich inzetten voor het in stand houden van cultureel Erfgoed. Toen rond de eeuwwisseling de Bouwhofmolen onder toezicht van de gemeente werd gerestaureerd tot een gemeentelijk monument waren het de vrijwilligers van de Hamermolen die hun kennis en kunde inbrachten. Toen in 2013 herstelwerkzaamheden aan de molen moesten worden uitgevoerd, waren het dezelfde vrijwilligers die vele uren vrije tijd spendeerden. De onwil van de gemeentelijke juristen voelt bij die vrijwilligers als een trap na, als stank voor dank. De bezwarencommissie gaat de het college adviseren, maar gelet op de gang van zaken tijdens de zitting sluit de commissie aan bij het standpunt van het college. Daarna neemt het college een besluit op het bezwaarschrift. Aan het einde van zitting, en duidelijk buiten de orde van het werk van de adviescommissie, kwam de gemeentelijk juriste toch met een piepkleine opening. “Als voorlichting aan schoolklassen voor de stichting zo belangrijk is,” hield ze de twee bestuursleden voor, “kunnen we misschien samen kijken wat er mogelijk is.” Voor de rest van liefhebbers van cultureel erfgoed, blijft de Bouwhofmolen voorlopig achter de tralies. Meer over de Bouwhofmolen is hier te lezen: Gemeente blundert met overeenkomst: monument Bouwhofmolen kwijnt weg Waarom wilde Apeldoorn geen subsidie voor restauratie van de Bouwhofmolen? In 1999 is besloten tot aanleg van openbaar wandelpad bij Bouwhofmolen Informatie en tips kunt u mailen naar ugchelen@ugchelen.eu |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||